Daar was
zijn hond. Ooit
bevond zich
daar een
fabriek. Toen:
veld. De hond
stond op
honderd meter
van het mankende
baasje, ooit
arbeider, dan
afgekeurd,
hondenman, wist
heel precies
hoe hij
een hond
van staan tot
liggen bracht. Het
weer was
grauw. Wij
keken
toe, zij
naar haar
vader. Wij
hoorden
nauwelijks
wat, de hond
stond,
hoorde van
honderd
meter de
zucht: ‘lig.’
Lag.